Tijdens deze nascholing (die uit twee sessies bestaat, één in november en één in december) worden er antwoorden gegeven op volgende vragen:
Wat is schrijven en waarom is dit zo moeilijk?
Welk zijn de deelbewegingen van de schrijfbeweging ?
Hoe is de correcte potloodgreep en waarom ?
Wie leert deze potloodgreep aan, wanneer en hoe?
Hoe is de juiste schrijfhouding en –beweging en waarom ?
Welke voorbereiding gebeurt er best in de kleuterklas ?
Welke moeilijkheden zijn er bij het leren schrijven en welk is de taak van de verschillende participanten ?
Welke tips, oefeningen, adviezen en hulpmiddelen kunnen we geven om het schrijven te vergemakkelijken ?
Wanneer gebruiken we een computer en wanneer moeten we als leerkracht kinderen verwijzen voor extra-hulp ?
We hebben aandacht voor : proces en product, linkshandigheid, dysgrafie, omkeringen en andere schrijfmoeilijkheden. Er zal getekend en geschreven worden en we kijken kritisch naar schrijfmethodes.
Sleutelwoorden zijn: procesgericht, uniformiteit, kindvriendelijk, bewegingsvriendelijk, positiviteit, 15 gouden regels, deelvaardigheden, souplesse.